Huidig landschap van de K-Pop-industrie
Het afgelopen jaar zag de muziekindustrie in Zuid-Korea een opmerkelijke omzetgroei, met een omzet van ruim 12 biljoen won (ongeveer 8,3 miljard dollar). Dat is een duizelingwekkende stijging ten opzichte van de 6 biljoen won in 2018. Ondanks deze indrukwekkende cijfers beweren critici echter dat de groei van de industrie niet substantieel is en dat er geen sprake is van echte volwassenheid.
Tot de dringende zorgen behoren de rechten van idolen, de uitbuiting van artiesten en een tekort aan geschikte podia, waardoor de geldigheid van Zuid-Korea als het echte ‘thuisland van K-pop’ in twijfel wordt getrokken.
Langdurige zorgen over idoolrechten
Hoewel de Amerikaanse tak van JYP deze beschuldigingen afdeed als ‘vals en overdreven’, hebben ze de langlopende discussies over mensenrechtenschendingen binnen de K-popindustrie nieuw leven ingeblazen.
Tijdens een persconferentie op 28 november onthulde Minji, een lid van NewJeans, dat hun besluit om hun contract met ADOR te beëindigen voortkwam uit een aanzienlijke vertrouwensbreuk. De situatie verslechterde verder toen een intern rapport suggereerde: “Schrap New(Jeans) gewoon en begin opnieuw.”
Dit interne document, onderdeel van HYBE’s “Weekly Music Industry Report”, veroorzaakte veel onrust onder de groepsleden die vonden dat hun waardigheid werd genegeerd. Daarnaast benadrukten ze aanhoudende problemen zoals pesterijen op de werkplek waarmee lid Hanni te maken kreeg.
Zelfs te midden van de wereldwijde expansie van K-pop blijven de rechten van idolen precair. De situaties rondom VCHA en NewJeans dienen als een grimmige herinnering dat idolen vaak meer als producten dan als individuen worden beschouwd.
Bang Min-soo, een voormalig lid van TEENTOP, heeft het idolensysteem luid bekritiseerd en verklaard: “Vanaf hun debuut worden idolen in bijna elk aspect van hun leven gecontroleerd en beperkt – van hun werkverplichtingen tot hun persoonlijke relaties en zelfs het gebruik van sociale media – om elke controverse te voorkomen.”
KG liet op sociale media ook weten dat ze, ondanks de veeleisende aard van haar werk en de aanzienlijke beperkingen in haar privéleven, aanzienlijke schulden heeft opgebouwd en daarvoor slechts een minimale vergoeding ontvangt. Dit onthult een diepgeworteld probleem binnen de K-popindustrie.
De normalisering van onmenselijke praktijken
Hoewel HYBE excuses aanbood en beloofde de productie van dergelijke documenten te stoppen, blijft de publieke ontevredenheid toenemen. Op 13 december overschreed een nationale petitie die pleitte voor een uitgebreid onderzoek naar de kwestie de 50.000 handtekeningen, wat een officieel onderzoek door de Nationale Assemblee noodzakelijk maakte.
Industrie-experts koppelen deze zorgen aan de overhaaste en naar buiten gerichte expansie van de K-popsector. Sinds de jaren 2020 integreren K-popbureaus talent uit verschillende sectoren, zoals IT, gaming en financiën. Opvallend is dat HYBE wereldwijd 71 dochterondernemingen exploiteert, met leiders die zijn gerekruteerd uit grote technologie- en entertainmentbedrijven, waaronder Google en Nexon.
Muziekcriticus Im Hee-yoon merkt op: “Rapporten als deze kunnen voortkomen uit een vereiste voor documentatie die begrijpelijk is voor verschillende industrieën. Dit scenario lijkt op de beruchte ‘Celebrity X-File’ uit 2005, die een maatschappelijke ophef veroorzaakte met zijn oncontroleerbare claims en harde oordelen over persoonlijke details van artiesten.”
De beruchte “Celebrity X-File” bevatte openhartige kritiek op uiterlijkheden en ongeverifieerde persoonlijke informatie, wat leidde tot publieke verontwaardiging. Op dezelfde manier weerspiegelt het document van HYBE deze minachting voor de waardigheid van haar artiesten, waarbij sommige functionarissen het leiderschap nadrukkelijk de schuld gaven van een onverzadigbare drang naar controle.
Er wordt steeds vaker opgeroepen tot systematische hervormingen om ervoor te zorgen dat de snelle externe groei van de K-popindustrie gepaard gaat met eenzelfde mate van volwassenheid in de interne praktijken.
Volgens muziekcriticus Kim Do-heon ligt de kern van het probleem bij de leidinggevenden die dergelijke documenten hebben goedgekeurd. Hij benadrukt de noodzaak van een verschuiving in het leiderschapsperspectief.
Senior onderzoeker Kim Yoon-ji voegde toe: “Hoewel K-pop zich snel extern heeft uitgebreid, zijn de managementpraktijken achtergebleven. Omdat het multilabelsysteem voor veel Koreaanse bedrijven nog relatief nieuw is, moeten de inspanningen worden geïntensiveerd om het interne bestuur te verbeteren en zelfregulering te bevorderen.”
Uiteindelijk is er een dringende behoefte aan een officiële organisatie die de stemmen van idolen kan versterken. Muziekcriticus Seo Jung-min-gap suggereert: “De entertainmentindustrie zou een orgaan moeten oprichten, vergelijkbaar met een vakbond, dat onbevredigende beslissingen van het management van een bedrijf kan aanvechten. Het is van groot belang om serieus te overwegen om idolen te erkennen als legitieme werknemers.”
Uit recente discussies blijkt dat er, zoals blijkt uit de problemen waarmee Hanni van NewJeans te maken kreeg tijdens een hoorzitting van de nationale vergadering, momenteel geen regelgevende autoriteit is om idolen – die niet onder de traditionele definitie van ‘gewone werknemers’ vallen – te beschermen tegen intimidatie op de werkplek.
Geef een reactie