Op 5 september oordeelde de afdeling Strafzaken 1-2 van de Centrale Districtsrechtbank van Seoul zowel tegen het beroep van de officier van justitie als tegen dat van de verdachte, mevrouw Cho, die werd aangeklaagd voor het overtreden van de wetgeving tegen stalking.
In het eerste proces kreeg mevrouw Cho een gevangenisstraf van een jaar, die werd opgeschort met een proeftijd van twee jaar, samen met een boete van 100.000 KRW, 120 uur taakstraf en 40 uur educatie gericht op het voorkomen van stalkingmisdrijven. Deze beslissing werd bevestigd in het hoger beroep.
Mevrouw Cho werd ervan beschuldigd 544 berichten naar Jeong Eun-ji te hebben gestuurd via sms en sociale media van maart 2020 tot augustus 2021. Onder deze berichten bevonden zich vragen zoals “Wil je mij accepteren als je dienaar en partner?” In mei 2020, toen ze werkte als bezorger, zou Cho Jeong Eun-ji hebben gestalkt door haar motor te volgen van het KBS-hoofdkantoor naar een haar- en make-upsalon in Gangnam, Seoul. Bovendien werd Cho in juli 2021 gearresteerd omdat ze rondhing buiten de woning van Jeong Eun-ji.
Ondanks dat Jeong Eun-ji’s agentschap haar waarschuwde en beloofde haar communicatie te staken, bleef Cho doorgaan met haar gedrag. Dit leidde ertoe dat het agentschap in augustus 2021 juridische stappen tegen haar ondernam. Nadat Jeong Eun-ji op 3 december 2021 had aangekondigd dat ze zou stoppen met de Bubble-app, hervatte Cho haar berichten via Instagram.
De rechtbank benadrukte dat “de inhoud van de berichten die door de verdachte zijn verzonden, de conventionele uitingen van steun, interesse en genegenheid van fans overstijgt. Hoewel het slachtoffer Instagram en de Bubble-app gebruikte voor publieke betrokkenheid, staat dit niet gelijk aan toestemming voor enige vorm van contact of benadering.” Verder merkte de rechtbank op: “De ernst van de acties van de verdachte is ernstig, waarbij het slachtoffer aanzienlijk emotioneel trauma, leed en angst heeft doorstaan. De verdachte heeft geen berouw getoond en blijft de beschuldigingen verwerpen.”
Mevrouw Cho, die een gevangenisstraf wist te ontlopen, ontkende de aanklachten en ging in beroep tegen de uitspraak van het eerste proces. Dit leidde tot een tegenberoep van het Openbaar Ministerie tegen het tweede proces.
Bron: Daum
Geef een reactie